Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht

 

Artikel 26
1
Een ontheffing van deskundigheidsvereisten als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet financiële dienstverlening, die is verleend op grond van artikel 18, eerste lid, van die wet, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:9, vierde lid, van laatstgenoemde wet.
2
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot een integere bedrijfsvoering of een adequate administratieve organisatie en systeem van interne controle als bedoeld in artikel 28 van de Wet financiële dienstverlening, die is verleend op grond van artikel 18, eerste lid, van die wet, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:15, derde lid, van laatstgenoemde wet.
3
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de informatieverstrekking als bedoeld in artikel 31 van die wet, die is verleend op grond van artikel 18, eerste lid, van die wet, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:20, zesde lid, van laatstgenoemde wet.
4
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de informatievoorziening over een financieel product of een financiële dienst als bedoeld in artikel 35 van de Wet financiële dienstverlening, die is verleend op grond van artikel 18, eerste lid, van die wet, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:22, tweede lid, van laatstgenoemde wet.
5
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de informatieverstrekking door een adviseur als bedoeld in artikel 34 van de Wet financiële dienstverlening, die is verleend op grond van artikel 18, eerste lid, van die wet, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:72, zesde lid, van laatstgenoemde wet.
6
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de informatieverstrekking door een bemiddelaar als bedoeld in artikel 33 van de Wet financiële dienstverlening, die is verleend op grond van artikel 18, eerste lid, van die wet, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:73, zesde lid, van laatstgenoemde wet.
7
Een ontheffing van vereisten met betrekking tot de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een daarmee vergelijkbare voorziening van een bemiddelaar in verzekeringen of een herverzekeringsbemiddelaar als bedoeld in artikel 29 van de Wet financiële dienstverlening, die is verleend op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wet financiële dienstverlening, berust vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op artikel 4:75, vijfde lid, onderscheidenlijk 4:76, vijfde lid, van laatstgenoemde wet.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •